De Critical Accounting Theory (CAT) is feitelijk een verzamelnaam van alle (kritische) theorieën, of perspectieven, die onderdeel uitmaken van Critical Accounting. In essentie gesteld bevraagt en levert de CAT kennis van de onderliggende sociale relaties met betrekking tot accounting en stelt de CAT dat accounting, zoals het wordt toegepast vanuit het dominante wetenschapspositivisme, de ongelijke distributie van macht, welvaart en sociale status binnen het kapitalistische bestel in de hand werkt, omdat accounting doelstellend, procesmatig en consistent voordeel toewijst aan diegene die in control of capital is (Annisette, Cooper & Gendron, 1990; Gaffikin, 2006; Lehman, 2005). Accounting is derhalve niet neutraal en als gevolg hiervan ondermijnt het stelselmatig posities van anderen (ofwel personen en/of organisaties die niet over kapitaal bezitten). De CAT verwerpt dan ook het kapitalisme en stelt dat accounting in dit verband niet alle informatie prijsgeeft over wat er werkelijk gaande is in de maatschappij. De legitimiteitstheorie, een theorie welke stelt dat een organisatie/bedrijf haar bestaansrecht dankt aan de maatschappij en daarom rekening dient te houden met economisch handelen, naleven van wet- en regelgeving en het nastreven van legitimiteit, welke met voorgenoemde samenhangt, wordt door de CAT dan ook volledig verworpen, omdat zij stelt dat veelal onduidelijk is of een bedrijf/organisatie wel doet wat ze beweerd en in veel gevallen slechts informatie verstrekt met de intentie om goed over te komen (Lehman, 2005).
Dikaiósune volgens Plato en Aristoteles
Voortwoekerende economische crisis, een toename van de wereldpopulatie en ‘distributie’ daarvan, afname van natuurlijke hulpbronnen, groeiend (euro) democratisch scepticisme en tendensen omtrent renationalisatie stimuleren en domineren het debat substantieel binnen het huidige politieke en maatschappelijke umfeld. De afgelopen jaren kunnen in mijn optiek dan ook gekarakteriseerd worden als turbulent en als maatschappij liggen er complexe morele controverses in het verschiet. Morele controverses zijn echter inherent aan de moderne pluralistische samenleving. Binnen ons democratische bestel dient de politiek zich constant te buigen over diverse ethische vraagstukken. De vluchtelingencrisis terrorismebestrijding, ontwikkelingssamenwerking, de weigerambtenaar, milieuvervuiling, kernenergie, het boerkaverbod en gentechnologie zijn een marginale greep van onderwerpen welke de politieke agenda hebben gepasseerd,
Husserliaanse fenomenologie
Fenomenologie betreft een benadering in de filosofie die is ontstaan op de grens van de 19e en 20e eeuw welke zich ten doel stelt het beschrijven en classificeren van het ‘fainomenon’ (verschijnsel). Ofwel gaat het om de werkelijkheid zoals deze verschijnt in concrete ervaring. De beschrijving geschiedt zoveel als mogelijk onafhankelijke van theorieën die de verschijnselen causaal verklaren en vrij van vooronderstellingen die niet ondervraagd zijn. Maar wat is nu exact fenomenologie? Hierop zijn niet alleen diverse antwoorden op mogelijk, maar ook is er wezenlijk verschil tussen het intellectueel verstaan van het fenomenologisch project alsook het begrijpen in het uitoefenen daarvan. Dit is in zeer sterke mate te herleiden uit het werk van Husserl, Heidegger, Satre en Merleau Ponty. In dit artikel wordt uitsluitend geconcentreerd op het werk van Husserl, daar hij ook wel de vader van de ´fenomenologische beweging´ wordt genoemd alsook zijn basisopvatting(en) door menig fenomenologen wordt onderschreven.
Heideggers metafysicakritiek
Metafysica betreft de wijsgerige leer welke niet geënt is op het onderzoeken van de werkelijkheid zoals wordt voorgeschoteld vanuit zintuiglijke waarneming (fysica), maar onderzoekt wat het wezen is van de werkelijkheid en wat haar constitueert. Dit is echter nimmer een vast gegeven en wordt dan ook door filosofen op diverse manieren gezocht.
Sinds de transcendentale wending (Kant) in de filosofie staat de metafysica ter discussie. In de reeks van critici van de metafysica behoort ook Martin Heidegger en neemt een bijzondere positie in. Gelet op de kritische rol die Heidegger heeft ingenomen wordt in dit artikel de metafysicakritiek van Heidegger behandeld, op grond van de tekst van de inaugurele rede daterende van 24 juli 1929 op de universiteit van Freiburg onder de titel ‘Was ist metaphysik’, deze verschaft antwoord op wat de kritiek behelst alsook wat hiermee wordt beoogd.